Tijdens Atelier in beeld stelt kunstenaar Jan Raes de deuren open voor de hele artistieke stamboom van de familie Raes. Wij stelden hem enkele vragen over zijn bijzondere atelier.
In een vorig leven was Jan Raes directeur van een woonzorgcentrum te Harelbeke. Hij was er gerespecteerd voor het stimuleren van creativiteit bij zijn bewoners. ‘Met de handen spreken’, was zijn motto. Tijdens zijn beroepsloopbaan volgde hij verschillende opleidingen aan diverse kunstacademies waar hij zich ontwikkelde als beeldhouwer en keramist. Al meer dan een decennium volgt Jan lessen bij het CVO waar hij zich wil vervolmaken in de creatie van interieurelementen. Zijn hart voor hout, oog voor minimalistisch design en een flinke portie inspiratie en vakkennis leidde hem tot de discipline die hij vandaag beoefent: ‘Wood Design N Minimalism’, ofte minimalistisch houtontwerp.
Mijn atelier bevindt zich zowel binnen als buiten de vier meter hoge betonnen wand van een cilindervormig reservoir waar vroeger drinkwater van de NMDW werd opgeslagen.
Bij deelnames aan ‘Buren Bij Kunstenaars’ of ‘Kunstzomer’ werd Jan steevast gedefinieerd als een creatieve duizendpoot ofte een amateur veel-kunstenaar. Zijn atelier wordt daarbij vaak ook als blikvanger aangekondigd. Daarom deelt hij zijn werkplek altijd met andere bevriende amateur-kunstenaars.
Zijn atelier is allerminst alledaags. Op het hoogste punt van Kortrijk stond een reservoir van de NMDW (Nationale Maatschappij Der Waterleidingen) te koop. Het werd in 1951 gebouwd om het lager gelegen Marke van drinkwater te voorzien. Jan en zijn partner Micheline Decuypere verbouwden dit uniek stukje industrieel erfgoed tot een eigenzinnige woning en atelier. In de voorgevel van het omgevormde gebouw prijkt nu een nieuw letterwoord: WDNM. Van ‘Waar Dromen Nog Mag’ naar ‘Wood Design N Minimalism’.
Tijdens Atelier in beeld nodigt hij opnieuw bevriende kunstenaars uit, maar de noemer ‘verRAESend’ geeft het al wat weg: dit keer zijn er uitsluitend familieleden te gast. David, Filiep, Goedele, Frank, Pieter en Stijn zijn allemaal kleinkinderen en achterkleinkinderen van René Raes. Hij was hoofdonderwijzer, koster en organist te Stasegem én een écht getalenteerde duizendpoot.
Heb je een vaste werkwijze in je atelier? Is er bijvoorbeeld iets dat je altijd eerst doet, of iets waarmee je altijd een werkmoment eindigt?
‘Mijn atelier bevindt zich zowel binnen als buiten de vier meter hoge betonnen wand van een cilindervormig reservoir waar vroeger drinkwater van de NMDW werd opgeslagen. Binnen en buiten die cilinder kan ik heel lang rondlopen en genieten van de verzameling dingen die ik van de afvalberg heb gered, vergaard heb, gespaard heb, gekregen heb. Elke keer voor ik aan de slag ga, denk ik: wat kan ik hiermee?’
Binnen en buiten die cilinder kan ik heel lang rondlopen en genieten van de verzameling dingen die ik van de afvalberg heb gered, vergaard heb, gespaard heb, gekregen heb.
Hoe ziet jouw droomatelier eruit?
‘WDNM…’Waar Dromen Nog Mag’ bedacht mijn vader. ‘Who Dreams Needs Money’ repliceerde de architect. Die wilde een ‘megalomane’ verbouwing die we ons financieel niet konden veroorloven. ‘Kill your darlings’ was dan weer onze boodschap. Uiteindelijk zijn bouwheer en bouwmeester maximaal tevreden met de eigenzinnige en minimalistische verbouwing en inrichting van het woongedeelte en atelier.’
Is je atelier bepalend voor het werk dat je maakt?
‘Samen met familie, vrienden en een architect werkte ik 15 jaar lang aan dit atelier. Die traagheid vind ik positief. Een onafgewerkt gebouw is een soort ‘labo’ waar experimenten kunnen gebeuren. Ik zie een realisatie dan ook als een proces. Niet de bestemming, maar de reis is boeiend. Die denkwijze is ook bepalend in mijn werk.’
‘WDNM…’Waar Dromen Nog Mag’ bedacht mijn vader. ‘Who Dreams Needs Money’ repliceerde de architect.
Hoe vaak werk je in je atelier? Werk je soms ook ergens anders?
‘Mijn atelier bevindt zich 14 traptreden onder het woongedeelte. Ik kom er dus dagelijks meerdere keren. Als ik met zelfgemaakte houtpasta’s werk, bouw ik de sculpturen dagelijks verder op. Voor complexere interieurelementen kan ik samenwerken met een bevriende schrijnwerkerij.’
Wat is je favoriete voorwerp in je atelier?
‘Dat is ontegensprekelijk de letterkast van een oude drukkerij. Die kon ik voor een centje op de kop tikken. Vandaag is die voor mij de meest onbetaalbare ‘organiseerder’ die er bestaat.’
Met welk materiaal werk je het liefst?
Met resthout, papier-maché en klei.
Foto's: Evenbeeld