Wat zegt Sidney over zijn universum?
Het atelier in de Kloosterstraat vertelt mijn scheppingsverhaal, mijn Genesis. Waarbij ik licht laat ontstaan in de onbegrensde begrensdheid van mijn kosmos. Ik vul de lege ruimte met warrige werelden zonder hemel en aarde. Met zonnen en zwarte gaten. Hersenspinsels vol buitenaardse beelden, creaturen en naturen. Alles met een eigen wetmatigheid. Al creërend naarstig op zoek naar de goddelijke ruimte in mezelf. Het atelier is tegelijkertijd ook mijn zevende dag, mijn dag van rust, van zalig nietsdoen, van ontmoeten en genieten van mekaar. Een plek van openheid, onbevangenheid en ontvankelijkheid. Een stukje menselijkheid in mijn heelal.
Net nieuw in het atelier is mijn universum nog leeg en in volle expansie. De vorm onduidelijk en onbestemd, Zonnestelsels werden nog niet gespot. Het herbergt voornamelijk sterrenstofnevels, planetoïden en kometen die voortdurend botsen en samensmelten.
Verandering is voorlopig de enige constante.