No Studio? No Art? Onder het mom van deze (haast retorische) vraag doken tien kunstenaars van De Tank drie weken lang onder in het Salon Arents van het Arentshuis in Brugge. Elk met hun eigen praktijk, maar met eenzelfde goesting, maakten ze werk waarin ze elkaar opzochten en het belang van atelierruimte in vraag stelden.
Sinds april 2022 hebben Brugse organisaties er een creatieve speelruimte bij: Salon Arents. Het 18e-eeuwse herenhuis ligt vlak naast het Groeningemuseum in Brugge verscholen en toont collecties van het Groeningenuseum en het Prentenkabinet.
“Tot een paar jaar terug hadden we veel minder voeling met de maatschappij,” vertelt Filip Demeyer, curator moderne kunst, cultuur en geschiedenis van Musea Brugge. “We hadden het gevoel te sterk te vertrekken vanuit de pure kunsthistorische benadering en we wilden onze eigen blinde vlekken ook een plek geven binnen het museum.”
Het is daar dat Salon Arents en atelierwerking De Tank elkaar voor het eerst vinden. Op enkele vierkante meter, op het opgeschuurde parket en achter de hoge deuren, zijn tien Brugse kunstenaars van De Tank aan het werk. Ze brengen er tijdelijk hun atelier naartoe in de vorm van video-installaties, correspondenties, publicaties of muurschilderingen.
“Toen Salon Arents met het idee kwam, heb ik dit voorgelegd aan alle De Tank-kunstenaars,” vervolgt Elke Desutter, coördinator van atelierwerking De Tank. “Vanuit dat enthousiasme hebben we met zijn allen nagedacht over wat dit project zou kunnen worden. Natuurlijk werd er ook de vraag gesteld waarom net het museum ons de hand reikte, maar dat bracht juist de urgentie naar boven om een debatmoment te organiseren. Dat wordt nu gehouden aan het einde van de drie weken.”
De ruimte werd in nauw overleg met de kunstenaars in verschillende zones ingedeeld: een presentatieruimte, een werkruimte en een ruimte met een printer (waarbij die laatste gretig gebruikt wordt). In de ruimte bevinden zich enkele mobiele wanden waardoor Salon Arents doorheen het project andere vormen kon aannemen.
Filip: “Hier wordt het publiek meegenomen in het creatieproces van deze kunstenaars. Niemand staat er nog bij stil dat het ooit allemaal in een atelier begon. Dat Jan van Eyck ook onder de knie moest krijgen hoe hij verf moest mengen. Mensen hebben vaak het idee dat je werk pas in het museum mag hangen als je als kunstenaar naam en faam gemaakt hebt. Maar wat houdt dat precies in, zo’n museumwaardig werk afleveren?”
Elke: “We hebben beiden een ander publiek, wat zorgt voor een interessante wisselwerking. Dat is de kracht van je werk op andere plekken te kunnen tonen. Er ontstaan gesprekken rond hun werk, maar ook rond atelierruimte. Want veel van de werken gaan ook daarover. Zo was er bij de vernissage enkel de video-installatie van Leen Vandorpe en Eva Dinneweth te zien, waarbij je Big Brother-gewijs kunt binnenkijken in de ateliers van De Tank. Florien Allemeersch maakt op haar beurt schilderijen rond alle ateliers waarin ze ooit gewerkt heeft, en Gilles Dedecker startte hier zijn mini-drukkerij. Nu ik hier voor het eerst sinds een paar dagen terug ben, ziet het er al helemaal anders uit en het staat vol. Het verandert snel.”
Ook Matthias De Wolf bezet als één van de tien kunstenaars tijdelijk Salon Arents. Hij construeert er een bodybuilder uit klei die in zijn geprojecteerde gym pronkt met zijn spierballen. “Ik bouw hier nu verder op een bestaand concept, maar liet ook al veel aan het toeval toe. Zo was de baviaan in klei die ik bij het begin van het project creëerde een ingeving van het moment. Hij houdt een microfoon vast, en lijkt zo te reageren op Big Brother-stem in de video-installatie van Leen en Eva. Naarmate de dagen vorderden binnen Salon Arents, krijg je ook meer interactie met het publiek. Op sommige momenten geeft dat wel druk omdat je het meer moet uitleggen, wat je werk tegelijk ook toegankelijker maakt."
Filip: “Het is heerlijk om te zien dat de kunstenaars volledig hun ding hebben gedaan, dit in handen genomen hebben en al snel begonnen met experimenteren. Voorheen was Musea Brugge eerder een eiland, maar dit project bewijst dat het veel leuker is om samen te werken. In het begin wilden we het project trouwens nog ‘Wat als Broodthaers geen atelier had?’ dopen. Die titel heeft het uiteindelijk niet gehaald, maar ik vond de insteek wel leuk. Want als ik me niet vergis, werkte Broodthaers vaak aan zijn keukentafel. Je hebt minstens een keukentafel nodig op een plek waar je rustig kunt werken. En of die creatieplek nu groot of klein is: ze is erg belangrijk voor toekomstige kunstenaars.”
“Hier wordt het publiek meegenomen in het creatieproces van deze kunstenaars. Niemand staat er nog bij stil dat het ooit allemaal in een atelier begon. Dat Jan Van Eyck ook onder de knie moest krijgen hoe hij verf moest mengen."
Net die werkplek van De Tank stond de laatste tijd extra onder druk. Het Provinciaal Gouvernement op De Burg was sowieso tijdelijk, maar Elke was al lang op zoek naar een nieuwe locatie die eenzelfde aantal kunstenaars kan onderbrengen.
Elke: “In maart verhuizen we met De Tank naar het Blydhove-kasteeltje in Assebroek. We hebben een paar jaar met wat schrik zitten zoeken, maar kregen uiteindelijk groen licht. Het is niet makkelijk om een plek te vinden van eenzelfde oppervlakte. Op de nieuwe locatie kunnen we nu drie jaar en negen maanden verblijven, al blijven we zoeken naar structurele ondersteuning om ergens permanent te kunnen blijven. Door het project kwam vaker de vraag op tafel of er ook collectieve ruimtes zullen zijn op de nieuwe locatie.”
In een andere hoek van Salon Arents werkt Eva Dinneweth op haar beurt aan enkele tekeningen geïnspireerd door voetbalveld. Normaal ziet ze de andere De Tank-residenten enkel tijdens expo’s of events, maar hier gaat ze net iets anders aan de slag. “Met mijn eigen werk vind ik het moeilijker om hier te experimenteren,” vertelt ze. “Ik heb snel het gevoel dat het publiek meekijkt over mijn schouder, wat je minder hebt binnen de besloten ruimte van je eigen atelier. Werk dat je hier maakt is daardoor veel kwetsbaarder. Salon Arents is een tijdelijke werkruimte, maar het blijft ook wel een tentoonstelling. Het is wel heel boeiend om te zoeken waar die grens ligt.”
Een ander project binnen ‘No Studio? No Art’ vormt daarom een verbindende factor. Want in diezelfde hoek van de ruimte bevindt zich de mini-uitgeverij Sandmountain van Gilles Dedecker. Een pilootproject waar hij al langer mee speelde, en waar niet alleen Eva, maar ook vele andere externe De Tank-kunstenaars al bij aanschoven.
Gilles: “Ik wil elke dag, samen met de aanwezige kunstenaars, een onepage zine afleveren. Ik speelde al lang met het idee en nu hier in Salon Arents een printer ter beschikking stond, was dit het ideale moment om de sprong te wagen. Ik geef iedere kunstenaar (of duo kunstenaars) een blanco vel papier en leg het format uit. Doorheen het project kreeg het concept ook meer vorm. De zines zijn een reflectie van de periode hier, maar het is wel de bedoeling dat het verder kan bestaan. Salon Arents is een perfecte start.”
Foto's: Femke den Hollander