Sinds Schéhérazade Bourahli vijfentwintig jaar geleden ogenschijnlijk toevallig in contact kwam met de mozaïekkunst, is ze verknocht aan de vertraging die het procedé vraagt. Na vele reizen vol bijzondere ontmoetingen is Schéhérazade opnieuw thuisgekomen in Gent. Ze deelt haar techniek vanuit haar kleurrijke appartement.
“Ik ben de mozaïek echt ingerold. In 1998 belde een vriendin mij voor een mozaïekopdracht op het terras van een Gents restaurant. We hadden een week tijd, alleen kon ze de klus nooit klaren. Klein detail: noch zij, noch ik hadden daar ervaring in! Maar met een doe-het-zelf boek over mozaïek zijn we erin gevlogen. Toen had ik de smaak te pakken. Na enkele opdrachten voor vrienden ging het van project naar project, van een badkamer voor een interieurarchitect tot een totale carte blanche voor een kamer in een kasteel.
Sinds enkele jaren maak ik ook vrijstaande kunstwerken. Voor deze creaties werk ik meestal met een annulusvormige (ronde) glazen drager. In de Chinese traditie werden gelijkaardige objecten gemaakt uit (half)edelstenen en op de borst van de overledene gelegd. Het gat in het midden zien ze als een poort tussen de fysieke en de spirituele wereld. Op deze drager creëer ik patronen in mozaïek, die ik erop vastkleef. Dat is eleganter dan glas in lood, wat ik te zwaar vind voor de stijl waarin ik werk.
Voor deze ‘bi-discs’ werk ik met verschillende glassoorten: Lamberts, Uroboros, spectrum en Californisch iriserend spectrumglas. De mozaïeken zelf snij ik manueel met een glassnijder uit gekleurde glasplaten van ongeveer 60 op 90 cm. Meestal gebruik ik Lamberts-glas uit een Duitse glasblazerij in Waldsassen, op de grens met Tsjechië. Daar wordt het nog met de mond geblazen. Het ambacht wordt er van vader op zoon doorgegeven. Je kunt er het volledige procedé volgen, van zand en pigment tot glasplaat. Het zorgt voor de bijzondere kleurschakeringen in het glas. De mozaïeken kleef ik met een onzichtbare, speciale lijm op de schijf, waardoor het licht ongehinderd door de mozaïek kan schijnen.”
Mozaïek is een heel arbeidsintensief proces. Maar in onze gejaagde maatschappij is dat een perfect tegengewicht tegen de drukte.
Helaas kent het gekleurde glas kent ook een minder schitterende zijde: het productieproces is vaak belastend voor het milieu. “Veel kunstglassoorten, zoals het Uroboros- en spectrumglas, komen uit de Verenigde Staten. Maar veel fabrieken zijn verplicht geweest tot sluiting, omdat ze de milieunormen rond de uitstoot van zware metalen niet haalden. Resultaat: de productie heeft zich naar Mexico verplaatst en is fel teruggeschroefd. Het wordt dus steeds moeilijker om aan dit soort glas te geraken.”
“Mozaïek is enerzijds een heel arbeidsintensief proces, zeker als je het nauwkeurig wil doen. Telkens opnieuw passen, slijpen, passen, slijpen, echt millimeterwerk. Maar in onze gejaagde maatschappij is dat een perfect tegengewicht tegen de drukte. Het haalt je uit je hoofd en je komt in een flow terecht.
Maar je kunt het anderzijds ook heel snel leren. Zo mocht ik mocht een paar jaar terug een participatief project in het Pierkespark leiden. Ik stond in voor de ontwerptekeningen, gaf een volledige workshop aan de vrijwilligers, en we waren vertrokken voor meer dan 180m2 mozaïek. Meer dan honderd mensen werkten mee aan het opfleuren van het park! Voor dit soort buitenmozaïek ben je wel overgeleverd aan de elementen: zonder beschutting kun je niet werken in regen en wind.”
Zijn er mozaïekkunstenaars die haar inspireren? “Ach, de groten: Antoni Gaudi natuurlijk, maar ook Gustav Klimt heeft prachtige mozaïeken gemaakt. De Oostenrijkse Friedensreich Hundertwasser bekleedde gevels in o.m. Wenen. En Colin Heaney uiteraard, een Canadese kunstenaar. Ik ontmoette hem tijdens een reis doorheen Australië en mocht tijdelijk aan de slag in zijn atelier. Zo kon ik niet alleen wat langer in Australië blijven, maar leerde ik intussen ook ongelofelijk veel bij.”