Hoe bepalend is jouw atelier voor jou? Met deze vraag trokken we voor ons magazine Kunstletters naar enkele deelnemers van Atelier in beeld.
Wendy, Katrien, Inneke, Jorick, Giovanni en Jasmien werken dagelijks in het klei-, schilder- en tekenatelier van vzw De Sperwer, een organisatie voor volwassen met een beperking en artistiek talent. Het atelier bevindt zich in Lokeren.
Met welk materiaal werk je het liefst?
Wendy De Mol: Ik werk het liefst in mijn groot schetsboek, een behangersboek. Dat is ook mijn dagboek en levensverhaal. Ik teken zaken die voor mij belangrijk zijn.
Inneke De Haene: Ik kan niet kiezen. Ik hou van afwisseling en gebruik materialen door elkaar: acrylverf, krijt, papier, inkt, behangerslijm…
Giovanni Vercauteren: Klei verveelt nooit. We gaan af en toe naar het bedrijf Colpaert in Nevele, om klei en glazuur. Daar kopen of krijgen we soms oude harde klei. Die recupereren we in grote zwarte tonen onder water, en met een hamer kloppen we de klei in kleine stukjes. Zo hebben we een ton met rode klei, witte klei, porselein, terra nigra...Op gipsplaten kunnen we die klei dan bruikbaar maken om aan de slag te gaan.
Hoe ziet jouw droomatelier eruit?
Inneke De Haene: Binnenkort verhuizen we naar een nieuw teken- en schildersatelier in het gebouw. Dàt is een droomatelier: een werkplek met veel licht en leuke muziek op de achtergrond.
Katrien Van Driessche: Een groot en ruim atelier. Soms zou ik graag buiten werken, maar werken met klei in de zon is moeilijk.
Jasmien de Meersman: Mijn droomatelier heeft veel klei, veel ruimte en goede muziek op de achtergrond, zodat ik onbeperkt kan meezingen. Perfecte nummer om potten op te draaien? The Lion Sleeps Tonight van The Tokens!
Ik zing tijdens het pottendraaien vaak luidkeels mee. Ik heb zo mijn favoriete nummers waarbij het draaien beter gaat.
Heb je een vaste werkwijze in je atelier?
Sevim Köroglu: Ik start altijd met houtskool, zowel op doek als op papier. Ik werk af met acrylverf, want ik hou niet zo van verandering. Ik werk dus steeds met hetzelfde materiaal.
Katrien Van Driessche: Eerst draai ik grote worsten in klei en stapel ze, om ze dan glad te wrijven. Zo bouw ik een hoge toren, waar ik dan een beeld uit boetseer. Mijn inspiratie? Als ik op reis ga, neem ik foto’s van inspirerende plekken. Daar baseer ik dan mijn beelden op: sledehonden uit Lapland, een kanon uit Griekenland…Nadat het beeld is gebakken in de oven, zet ik er glazuur op. Ik kies dan een kleur uit de vele schaaltjes die op de muur hangen in het atelier. Glazuur moet twee à drie lagen hebben. Dan nog in de oven en het beeld is klaar.
Jorick Van Den Broeck: Ik maak bolletjes klei en duw die in de mal. Elke woensdag maak ik één schaal. Met blauwe en rode lomers maak ik de klei glad, tot alle lijnen weg zijn. De schaal wordt een dag later uit de mal genomen en kan gebakken worden. Ik zet graag rode en groene glazuren op mijn schalen.
Benieuwd geworden naar meer verhalen van kunstenaars? Met een abonnement op Kunstletters krijg je vier keer per jaar een frisse dosis inspiratie in je postbus.