Mijn praktijk vertrekt steeds van gevonden (afval)materiaal, gerecupereerde en gevonden objecten en afbeeldingen (die ik zowel in mijn nabije omgeving, de openbare ruimte als op internet verzamel). Deze objecten en beelden assembleer of herschik ik tot er een nieuwe betekenislaag onstaat. Het is een luchtig, ironisch spel met herkenbaarheid, dat met kleine betekenisverschuivingen de dagelijkse beeldenstroom bevraagt. Doorheen de ironie is een sociale bewogenheid voelbaar, het gebruikte ‘vergeten’ (afval)materiaal verbeeldt ook de vergeten, niet-zichtbare ‘marge’ van deze hyperconsumentistische tijden. Mijn beeldtaal met weerhaakjes bevraagt en biedt een alternatief voor de gladde, 24/24 beeldenpropaganda door deze te kapen en dooreengeschud terug in omloop te brengen.